All posts filed under: Nieuws

Lady Mondegreen

Wist je dat moeder-overste in de film The Sound of Music ergens zegt ‘What is it, you cunt face?’ In werkelijkheid zegt ze natuurlijk: ‘What is it you can’t face?’ Ik las het in Mary Ann in Autumn van Amistead Maupin. Ik heb nooit The Sound of Music gezien, maar het is een aardig idee om het woord ‘cunt’ in de mond van moeder-overste te leggen. Ik ben vooral gefascineerd door het fenomeen van verkeerd verstaan. Kort daarvoor had mijn vriend namelijk een stukje voorgelezen van iemand die jaren heeft gedacht dat zijn docent zei ‘knowledge is power, France is bacon’ in plaats van ‘knowledge is power, Francis Bacon’. Vervolgens had ik het daar met mijn schoonmoeder (it runs in the family) over en die zei: ‘Ja, daar is een woord voor: mondegreen!’ En toen vertelde ze me het verhaal over Lady Mondegreen. Lady Mondegreen was geen dame met een slecht gehoor, maar kwam tot leven in de kinderfantasie van de Amerikaanse schrijfster Sylvia Wright. Haar moeder las regelmatig het Schotse gedicht ‘The Bonnie Earl …

Rollen met je ogen

Al een paar maanden verdiep ik mij in de hedendaagse jeugdtaal en die van meisjes in het bijzonder, omdat ik een lekker chicklit-achtig boek voor jongvolwassenen aan het vertalen ben. De hoofdpersonen roepen de hele tijd OMG (Oh-My-God). Het goth meisje wil absoluut geen BFF (best friend forever) worden van het ecomeisje. Hartsvriendinnen? Misschien dat je oma die nog heeft, want hoe ouderwets klinkt dat! En in het boek rolt er op bijna iedere pagina wel iemand met zijn ogen. Daar maakte ik me toch een beetje zorgen over. Gelukkig werd ik gerustgesteld door een brief in Achterwerk van VPRO-gids 3 met de kop ‘OMG, tss’. De brief is een reactie op een brief uit een vorige gids over ‘vriendinnen dissen’. Ik citeer: ‘En trouwens een goede tip om ze te vernederen: rol met je ogen of zeg: OMG, tss. Het ziet er gemeen en bitchy uit, maar het werkt wel!’ Rollen met je ogen is dus de gewoonste zaak van de wereld, maar ik weet alleen niet hoe ik het moet doen…

Designer dogs

Tussen Sinterklaas en Kerst vond ik in mijn favoriete boekwinkel, het Martyrium, een heerlijke verrassing: Mary Ann in Autumn, een nieuw deel in de reeks Tales of the City van Armistead Maupin. Ik heb de Maupin zo lang mogelijk bewaard. Waarom eigenlijk? Omdat ik eerst andere boeken uit moest lezen? Om het lekkerste snoepje voor het laatst te bewaren? Gisteravond kon ik me niet meer beheersen en ben erin begonnen. Nu probeer ik het een beetje te doseren, zodat ik er lang mee kan doen… De eerst 15 pagina’s stellen niet teleur en smaken absoluut naar meer. Ik heb ook al de eerste passage voorgelezen aan mijn lief, want ik moest lachen. En als je lacht om wat je leest moet je het voorlezen, zodat de ander er ook om kan lachen. Of niet, maar dan weet hij in ieder geval wat zogenaamd grapppig was. In dit geval: ‘… a black Labradoodle, one of a growing number of poodle hybrids (golden doodles, schnoodles, even Saint Berdoodles)…’

Fijne feestdagen & een goed 2011!

Een van de voordelen van voor jezelf werken is dat je naar buiten kunt gaan als het sneeuwt. Wat was het mooi om tussen die dwarrelende vlokken te lopen! Een ander voordeel is dat je thuis kunt werken en geen last hebt van de “mobiliteitsproblemen” die door de hevige sneeuwval veroorzaakt worden. In translation werkt overigens gewoon door tussen Kerst en Oud en Nieuw.

Als je bij jezelf op bezoek gaat

Bij vertalen komen onvolkomenheden in de brontekst genadeloos aan het licht. Soms gaat het om grammaticale slordigheden waarbij bijvoorbeeld onderwerp en gezegde niet overeenkomen. Soms komt er veel herhaling voor in een zin of alinea. Dat kun je dan verbeteren in de vertaling, zonder de oorspronkelijke tekst geweld aan te doen. Maar soms is het gewoon slecht geschreven. Wat moet je dan als vertaler? Ik leg dit soort dingen regelmatig voor aan mijn vriend, die tot nu toe veel geduld met me heeft. Laatst zei hij naar aanleiding van zo’n fragment: ‘Ja, je kunt ook schrijven: als je bij jezelf op bezoek gaat, is er altijd iemand thuis!’ Wat een heerlijke tegeltjesspreuk.

Vertalers en poezen

Regelmatig denk ik aan de tijd dat ik nog bij uitgeverijen werkte. Ik herinner me goed dat er over het algemeen wat denigrerend werd gedaan over vertalers. Dat waren toch een beetje wereldvreemde mensen die voor (te) weinig geld op een zolderkamertje eenzaam zaten te ploeteren. Die eenzaamheid werd meestal verzacht door de aanwezigheid van één of meer poezen. Vertalers en poezen: een vaste combinatie als wijlen Mulisch en teckels.  Waarover echt meesmuilend werd gedaan: als de vertaler zijn werk niet op tijd kon inleveren omdat zijn poes ziek was — of erger nog, dood. Nu verontrust het me af en toe in hoeverre ik voldoe aan dit stereotype beeld. Ik werk weliswaar niet op zolder, maar wel in de bovenste kamer in huis. Ik heb twee poezen. Die overigens feilloos aanvoelen met welke stapel papier of welk woordenboek ik aan de slag moet en bij voorkeur pontificaal daarop gaan liggen. Als ze echt ongedurig zijn, gaan ze over mijn toetsenbord lopen. Je vraagt je bijna af hoe je überhaupt een vertaling op tijd kunt …

Taal verwilderst?

Laatst werden een vriendin en ik in de Van Woustraat aangesproken voor een straatinterview. Of we wisten wat de woorden overlegpaleis, haathut en heimweeschotel betekenden? En of we wisten waar deze woorden vandaan kwamen? Toen we wisten dat deze woorden uit de vocabulaire van Wilders kwamen, kregen ze toch een heel andere betekenis en wat mij betreft een nare bijsmaak. Stel dat ik dit verhaal zou vertellen aan een buitenlandse vriend, hoe zou ik die woorden dan in het Engels vertalen? Meeting palace, hate hut en homesickness aerial? Het lijkt mij redelijk onbegrijpelijk, maar inmiddels kun je op internet wel headrag tax of headscarf tax als vertalingen van kopvoddentaks vinden. Dat het daarbij mag blijven. Insjallah.

Meer portmanteaus

Het woord schijnt al een jaar of 5 te bestaan in Engeland, maar brak volgens mij pas deze zomer door in Nederland: glamping (glamourous + camping). Ik begrijp het concept van luxe kamperen niet helemaal. De lol van een kampeervakantie is toch juist dat je ruzie krijgt bij het opzetten van de tent, de afwas in een teiltje doet, minimaal 1 keer zeiknat regent en om op te warmen in je slaapzak kruipt? Tenminste, dat is het beeld dat ik ervan heb, maar ik ben geen kampeerder. Bij echt luxe kamperen denk ik eerder aan een safari in de stijl van Out of Africa.  En niet aan iets dat het midden houdt tussen een blokhut en een legertent, voorzien van water, gas en elektra, midden op een camping tussen de campers, stacaravans en tenten. Dat is misschien dan ook geen glamping maar glamperen.

Portmanteau

Nieuwe woorden doen het rond de jaarwisseling altijd goed in de media, o.a. door de verkiezing van het woord van het jaar, maar je komt ze natuurlijk het hele jaar tegen. In sommige gevallen gaat het om portmanteaus oftewel kofferwoorden. Een poosje geleden raakte de murse in zwang, de male purse. Eerder al duidde het een mannelijke verpleegkundige aan, male nurse. Zelf ben ik dol op banoffee pie (banana + toffee). Daar mag ik niet te veel van eten, want anders pas ik niet meer in mijn treggings (trousers + leggings) of mijn jeggings (jeans + leggings) – ook wel jights (jeans + tights) genoemd. Hoewel de laatsgenoemde woorden de aanleiding waren voor dit stukje over portmanteaus, hoop ik dat ze vooral heel snel so last season zijn.